Nederlandse Kooikerhondjes
Wij Kooikerhondjes zijn, om het eenvoudig uit te drukken, altijd gelukkige, vrolijke, attente en zeer intelligente viervoeters. We zijn heel robuust en prima bestand tegen kou en regen. Bruisend van eindeloze energie stuiteren we door het leven maar we kunnen net zo goed rustig en bescheiden zijn, betrouwbaar en heel werkwillig. En heb je onze zwiepende pluimstaart al bewonderd?
En ja, wij vangen zelfs muizen en ratten!
Een echte Kooiker zit ook op Facebook!
Nog meer info over het Kooikerhondje vind je in de bijsluiter van LICG.
(Klik telkens hieronder op een oranje knop voor meer info.)
Oorsprong
Wij komen oorspronkelijk uit Nederland en de mensen daar hebben ons ingedeeld bij de opjagende jachthonden, de spaniëls en de retrievers (groep 8 – sectie 2 # 314 van de FCI).
In 1942 zocht Mevrouw M.C.S. Baronesse van Hardenbroek van Ammerstol enkele exemplaren om ons ras nieuw leven in te blazen. Dit lukte haar wonderwel en binnen afzienbare tijd slaagde zij erin om het huidige Kooikerhondje te ‘vormen’. Sinds 1966 zijn wij als Kooikerras officieel erkend door de FCI.
Vroeger werden wij in Nederland vooral gebruikt om de nieuwsgierige eenden te lokken in een eendenkooi waar ze werden gevangen. Die eendenkooi is een rustige en natuurlijke omgeving waar we samen met ons baasje werkten. Het is niet echt zinvol om hiervoor een hond te gebruiken die onrustig is, steeds blaft en niet in staat om door het dichte struikgewas te lopen. Wij zijn selectief gefokt om over genoeg uithoudingsvermogen en zelfvertrouwen te beschikken waardoor we die opgelegde taak probleemloos kunnen afwerken. We danken dit vooral aan onze lichaamsstructuur en ons karakter die belangrijk zijn of waren voor het werk in de eendenkooi.
Uiterlijk
We zijn getooid in een prachtige licht golvende Spaniëlachtige vacht in de kleuren roodbruin-wit en met een mooie pluimstaart. Als kwadratisch ogende hond is ons lichaam iets langer dan het hoog is. Gemiddeld worden wij 14 jaar oud. Onze schouderhoogte is ongeveer 42 cm terwijl onze leuke teefjes wat kleiner zijn. Ons gewicht varieert tussen 10 en 14 kg. Heel mooi zijn ook de lange zwarte oorbellen die onze oren sieren.
Socialisatie
Het is van cruciaal belang dat de hondenbaas ons als pup heel snel socialiseert (en dat blijft doen) omdat wij heel gereserveerd reageren tegenover vreemden en nieuwe omgevingen. Wanneer we ons onzeker voelen willen we wegvluchten of zelfs grauwen. Heb je echter ons vertrouwen gewonnen dan heb je er meteen een dikke vriend bij voor het leven. Wanneer we echter de eerste paar maanden van ons leven geïsoleerd wonen van mens en dier en daarbij zelden werden blootgesteld aan nieuwe situaties, treden we alle nieuwe ervaringen met wantrouwen tegemoet, iets wat je er nog moeilijk uitkrijgt.
De eerste socialisatie tot ongeveer 8 weken gebeurt bij de fokker. Die moet ons al snel vertrouwd maken met het luidruchtige en drukke leven van de mensen. Werd een familielid van mij gefokt in een schuurtje waar amper mensen op bezoek kwamen dan zit je meteen al met een ferme achterstand.
Na 8 weken mogen we het nest verlaten en dan breekt eigenlijk de belangrijkste periode aan voor ons en voor jou als nieuwe eigenaar. Die volgende 4 weken zijn bepalend voor ons karakter. Een echt goede socialisatie zorgt voor een fantastische hond waar de mensen heel veel plezier aan zal beleven. Die korte socialisatieperiode kan nooit meer hervat worden. De eigenaar krijgt dus slechts 4 a 5 weken de tijd om ons vertrouwd te maken met het verkeer, andere mensen, andere dieren, autorijden, … Ons Kooikerras wordt vaak omschreven als gevoelig wat duidelijk kan waargenomen worden omdat wij een voorzichtig gedrag tentoonspreiden bij nieuwe situaties, bij het horen van harde geluiden of bij krijsende kinderen. Dit geldt zowel voor teefjes als reutjes! Maar een goed gesocialiseerde Kooiker kan perfect omgaan met straatgeluid en zelfs met het kloppen van pneumatische hamers. Trouwens: in de huidige hectische en drukke wereld moeten jonge honden kunnen omgaan met een luidruchtige omgeving, iets wat de hondeneigenaar vanaf het begin positief kan en moet beïnvloeden. Door ons tijdens de eerste drie levensmaanden te isoleren doe je mijn familie veel onrecht aan. Probeer ons tijdens de socialisatieperiode zoveel mogelijk bloot te stellen aan alle omstandigheden die we later zullen meemaken. Integreer ons goed in jouw dagelijks leven en reageer niet wanneer we schrikken van geluiden. Het is normaal voor een hond dat we wat angst krijgen van nieuwe geluiden maar als de baas hysterisch reageert versterk je die angst, vooral bij een Kooikerpup. Als roedelleider doe je net alsof dat harde geluid de normaalste zaak van de wereld is, wij zullen ons spiegelen aan jouw reactie en er geen gevolg meer aan geven. De gevoeligheid van de Kooiker is vaak verkeerd geïnterpreteerd. Het is dus zeer belangrijk voor de hondenbezitter om tijdens de socialisatieperiode (en ook later), heel adequaat te reageren.
Karakter
Een Kooiker kan een hond zijn met twee persoonlijkheden: naast ons hoog niveau van intelligentie kunnen we zowel gevoelig als dominant zijn tijdens onze jeugd. Ook dit gaat terug naar de oorsprong van ons ras zelf. Aan de ene kant moesten we de eendenkooi vrijhouden van ratten, muizen en ander ongedierte terwijl we aan de andere kant de eenden geen schrik mogen aanjagen maar ons rustig moeten gedragen in de eendenkooi.
Een onrustige hond zou de eenden wegjagen en de kooibaas zonder eenden opzadelen. Ons tweezijdig temperament maakt ons zeer boeiend maar maakt de opleiding ook tot een kleine uitdaging. Jij als eigenaar dient te beschikken over veel liefde, gevoel en begrip maar ook over heel wat wilskracht en consistentie om de individuele persoonlijkheid van de pup te kunnen begrijpen.
Men zegt dat wij een zeer veelzijdige hond zijn. Een lichtvoetige werkhond, waakhond, gezelschapshond maar ook een jachthond. Zoals reeds gezegd is het onze taak om de eendenkooi vrij te houden van ratten, muizen, en ongedierte wat betekent dat we erop moeten jagen, ze vangen en doden. Zoals de meeste andere honden gaan ook wij in ‘jachtmodus’ wanneer we een mogelijke prooi hebben ontdekt. Een soortgelijk gedrag kan bij slecht opgeleide honden worden waargenomen wanneer een fietser of loper hun pad kruist en hij hen achtervolgt. Mits een positieve en consistente training is dit gedrag perfect weg te trainen.
We zijn geen allemansvriend en houden steeds de boot wat af bij vreemden. Heb je eenmaal ons vertrouwen gewonnen dan heb je een echte speelkameraad die ook steeds bereid is te werken voor jou. We luisteren eigenlijk niet uit gehoorzaamheid maar vooral vanwege onze sterke band met jou. We zijn allemaal zorgvuldige en attente honden, in harmonie met onze omgeving, aanpasbaar en onuitputtelijk. Uiteraard hebben we een vrij sterke wil maar met de juiste opvoedingsmethode (zoals de Pssst-training) kan je alles bereiken met ons.
Dominantie
Om maar meteen een open deur in te trappen: dominante honden bestaan niet. Maar net zoals veel andere hondenrassen kunnen wij ook wel eens dominant gedrag vertonen worden wanneer onze eigenaar zich niet als een echte gezinsleider gedraagt. Inconsistent of onzeker gedrag tijdens de training kunnen ons zelfs helemaal bederven. Dominante gedrag leidt tot heel wat problemen binnen het gezin zoals opspringen, happen, stress, …
Dergelijk ongewenst gedrag wordt versterkt wanneer we als jonge Kooiker inconsistent worden opgeleid en een verkeerde indruk krijgen van jouw leiderscapaciteiten. Consistent gedrag naar ons betekent gewoonweg dat “ja” en “nee” heel duidelijk moeten zijn. Aan luid geschreeuw of zelfs fysiek geweld hebben we echt geen boodschap en is dus absoluut zinloos. Wij zijn uitermate geschikt om met de ‘Amichien Bonding’ methode te worden grootgebracht (Lees ook: ‘Je hond opvoeden’). Met positieve beloning krijg je alles gedaan van ons. Elke pup zal, net zoals puberende kinderen, uiteraard proberen om jou op een bepaald punt te manipuleren. Maar de “Oh, hij is zo schattig en toch zo klein en lief”-aanpak is nooit geschikt bij de opvoeding van om het even welke hond! Indien ons als jonge pup werd toegestaan om te spelen met de cavia’s, konijnen en kippen maar ons dit later wordt verboden omdat we er (wanneer we puberen) op jagen, zal je op weinig begrip mogen rekenen van ons.
Onze leuze is: eenmaal op de bank, altijd op de bank… Wanneer ik grom wanneer je probeert mijn speeltje weg te nemen en je accepteert dit, dan zal ik dit blijven doen. In het begin is het leuk en grappig om ons als pup te zien grommen en grauwen maar wanneer we hiermee doorgaan als volwassen hond is het leuke er snel af. Wees dus vanaf het begin heel consequent in de interactie met ons. Zo hoef je ons later niets af te leren…
Trainen
Indien je er geen vertrouwen in hebt om ons op te leiden zonder deskundige hulp, vraag de fokker zeker naar advies. Zoek mensen in een rasvereniging en ga eventueel naar een puppyschool. Wij zijn, net zoals alle honden, gebaat bij een degelijke positieve opleiding. Het is een publiek geheim dat jij (de eigenaar) het bent die een opleiding krijgt om een idee te krijgen hoe wij als hond werkelijk denken en hoe onze hondenwereld, de ‘Umwelt’, in elkaar steekt.
Wij zijn heel actieve honden en omdat we ons niet graag vervelen, verkiezen we bij jou te zijn en voor jou te werken. Wanneer het niet mogelijk is om ons mee te nemen zullen we rustig in een hoekje slapen en geduldig wachten op je terugkeer om je vervolgens vol energie, enthousiasme en vrolijk gekwispel te begroeten.
Conclusie
Kortom: wij zijn levendige, gelukkig, pittige, attente, ijverige en soms ook wel heel gevoelige honden. Tegenover vreemden en onbekende ervaringen zijn we eerder afstandelijk en gereserveerd.
Uiteraard zijn we heel intelligent met een sterk vermogen om ons overal aan te passen.
We zijn leuke en vrolijke Kooikers en daarom ook de geknipte viervoeter voor de hondenbaas die wat tijd wil en kan maken om ons een correcte opleiding te geven, op maat van onze individuele persoonlijkheid en vooral op een gevoelige, liefhebbende manier! Let wel: aan elke dag het blokje om hebben we niet genoeg. 😉
Een filmpje over mijn familie
Animal Planet maakte een leuk overzicht van 101 hondenrassen. Alhoewel wij in de Verenigde Staten bijna onbekend zijn vind je hier en daar toch wel wat familieleden van mij. Getuige onderstaande video en ook deze link naar ‘Kooikerhondje USA‘.
Wist je trouwens dat de Kooikerhondjes in dit filmpje van Roel Steenhuis zijn: Altfosterhof in Nederland (klik: https://www.facebook.com/altforsterhof)
Met dank aan Carol Vermast Van Beers voor de tip!
Gezondheidsproblemen
Von Willebrand Disease
Een bloedstollingsprobleem waarbij bij verwondingen of loopsheid bloedingen langer aanhouden en levensbedreigend zijn.
Symptomen:
Bij het kooikerhondje komt type 3 van deze bloedstollingsziekte voor (totale afwezigheid van de vWFactor). Vaak ziet men gastro-intestinale en urogenitale bloedingen.
Frequentie in het ras:
Al sinds de jaren 1990 bestaat een gentest zodat binnen de vereniging geen lijders meer geboren worden.
Voor het DNA onderzoek naar vWD aan de Universiteit Utrecht (verplicht voor alle fokdieren) geeft de VHNK in Nederland een subsidie voor zowel leden als niet-leden.
Patelle luxatie
Bij deze aandoening kan de patella (knieschijf) spontaan uit de groeve in het kniegewicht schieten.
Symptomen:
Het Kooikerhondje kent over het algemeen de mediale patella luxatie, soms ook lateraal. De milde vormen geven meestal nauwelijks klachten. Ernstige vormen (PL graad 2 en meer) laat de hondjes plotseling kreupel lopen, vaak geven ze een pijnkreet. Het been is niet meer belastbaar. Als de knieschijf spontaan weer in de groef schiet kunnen de hondjes direct weer normaal lopen.
Frequentie in het ras:
Onder de onderzochte honden worden milde gevallen (tot graad 1) bij ca. 15% gezien. Zware gevallen (vanaf graad 2) worden ongeveer 1 keer per jaar aan de VHNK gemeld.
Verdere informatie:
Door het fokbeleid (onderzoek is verplicht voor alle fokhonden, er mag maar zeer beperkt gefokt worden met aangedane dieren) wordt de frequentie van deze ziekte op een laag niveau gehouden.
Erfelijke Necrotiserende Myelopathie
Ook wel bekend onder de naam kooikerverlamming.
Neurologische aandoening waarbij de witte stof in het ruggenmerg wordt aangedaan en leidt tot verlamming.
Symptomen:
Aangedane honden tonen vanaf een leeftijd van 6 á 15 maanden de eerste symptomen. Bij aanvang zijn de symptomen subtiel. Geringe incoördinatie van met name de achterhand. Naar mate de ziekte langer bestaat, zal het progressieve karakter op de voorgrond treden. De honden gaan duidelijker “dronken” lopen met de achterhand. Ook treden nu voorhandsproblemen op en valt op dat de honden gestoorde houdingsreacties hebben.
Frequentie in het ras:
Een restrictief fokbeleid en goede registratie zorgt ervoor dat in de laatste jaren minder dan een geval per jaar gemeld worden.
Verdere informatie:
De dieren hebben geen pijn maar het verloop van de ziekte is zo ernstig dat ze niet ouder worden dan maximaal 2 jaar. Een bevestigende diagnose kan alleen gesteld worden door sectie en pathologie van het thoracale en cervicale ruggenmerg. De VHNK draagt de kosten voor dit onderzoek. Voor de ontwikkeling van een DNA-test is de VHNK op dit moment nog bezig met het verzamelen van samples van zieke dieren.
Epilepsie
Epilepsie is een ziekte waarbij de hond bij herhaling epileptiforme aanvallen of zogenaamde toevallen vertoont. Aanvallen kunnen omschreven worden als terugkerend abnormaal gedrag met, afhankelijk van de soort epilepsie, een aantal karakteristieke kenmerken.
Er is een onderverdeling te maken in primaire epilepsie en secundaire epilepsie. Primaire epilepsie is de erfelijke variant.
In de veterinaire wereld wordt pas over ‘epilepsie’ gesproken als de epileptiforme aanvallen, in welke soort dan ook, bij herhaling voorkomen.
Symptomen:
Epileptiforme aanvallen kunnen variëren van kleine atypische aanvallen met een divers scala van verschijningsvormen tot de klassieke gegeneraliseerde aanval. De klassieke aanval treedt meestal tussen de leeftijd van 6 maanden en 5 jaar op (dit is geen wet!). De aanval treedt meestal ’s nachts of in de ochtend op. De hond is niet bij bewustzijn. Hij ligt op zijn zijde en heeft dan eerst gestrekte poten en beweegt zijn hoofd over zijn rug naar achteren. Daarna zien we dat hij met de poten fiets bewegingen maakt. Een aanval duurt enkele seconden tot enkele minuten. Soms zien we een aanval aankomen, meestal niet. Na de aanval treedt de herstelfase in. Deze kan wederom divers van vorm zijn en duurt seconden tot soms uren. De atypische aanvallen kunnen soms zich beperken tot trekken met een poot, ooglid etc waarbij wel of niet bewustzijnsverlies optreedt
Frequentie in het ras:
Omdat er binnen de vereniging aandacht is voor deze ziekte worden er steeds minder gevallen gemeld, de afgelopen jaren tussen de 1 en 5 honden per jaar.
Verdere informatie:
Indien een hond meer dan 1 aanval per maand heeft adviseert men om te behandelen. Vaak start men eerst met fenobarbital. Per hond varieert het behandeleffect. Voor meer informatie verwijzen wij u naar een dierenarts of een dierenarts-specialist in de neurologie.
De informatie commissie kan u helpen met het vinden van meer informatie of helpen met het leggen van contacten met gespecialiseerde dierenartsen.
(bron: kooikerhondje.nl)
Polymyositis
Auto immuun aandoening die een chronische ontsteking van een of meerdere spieren veroorzaakt waardoor deze niet meer goed kunnen functioneren, hetgeen zich uit in spierzwakte in de aangedane spieren. Myositis is een progressief verlopende ziekte met een zeer matige prognose.
We zien twee groepen. Een groep van relatief jonge honden waarbij slik of eet problemen op de voorgrond treden. De tweede groep honden zijn jong tot middelbare leeftijd en hebben of meer skeletspier problemen of juist de combinatie met de slikproblemen.
Symptomen:
Afhankelijk van de plaats en de vorm myositis kunnen de meest voorkomende symptomen zijn:
- Verminderd uithoudings vermogen
- Spierzwakte
- Slikproblemen
- (Spier)pijn!
- Koorts
- Totale uitputting, geen lust meer tot spelen/wandelen.
- Kreupel lopen/ stijfheid
- Lopen met gekromde rug
- Speekselen
- Braken
- Anorexie/niet meer willen eten
Omdat veel symptomen ook kenmerken zijn van andere aandoeningen en vaak als „vage klachten“ beginnen is deze aandoening vaak moeilijk te herkennen/ onderkennen. Om een definitieve diagnose myositis te kunnen stellen is aanvullend bloedonderzoek naar spierwaarden, een spierbiopt aangevuld met EMG en in geval van slikklachten een bronchoscopie door een deskundig dierenarts noodzakelijk.
Frequentie in het ras:
Helaas zien we met een zekere regelmaat polymyositis. De frequentie zit rond 1% van de populatie.
Verdere informatie:
Niet altijd slaagt de behandeling en komt de hond te overlijden. Momenteel wordt er actief onderzoek naar de (genetische) oorzaak van de aandoening gedaan en wordt gekeken wat de beste behandeling is.
Oogafwijkingen
Binnen de kooikerpopulatie worden maar enkele erfelijke oogafwijkingen gezien, onder andere:
Cataract:
Erfelijke staar, vertroebeling van de lens wat uiteindelijk kan leiden tot blindheid.
Door een restrictief fokbeleid zien we deze aandoening nog maar zeer zelden bij het kooikerhondje.
Distichiasis:
Een dubbele rij oogharen, operatief te corrigeren en daarna weinig klachten bij de hond.
Een streng fokbeleid ten aanzien van oogafwijkingen heeft ervoor gezorgd dat er zeer weinig oogproblemen zijn binnen ons ras.